Peter Crucq (61) en Hans de Meij (45) waren drie seizoenen de kapiteins op het vlaggenschip van Fortis. Beiden hadden al een lange staat van dienst. Hans trainde ooit Atlas en Ondo, Peter was trainer bij Zuidwesters, Fortis, Seolto en drie jaar Top Arnemuiden. En onder Peter bereikte de B1 van Fortis de Hoofdklasse.
Het kost wat moeite, maar uiteindelijk lukt het om een gezamenlijke afspraak te maken. Aan de eettafel bij Peter thuis, op nog geen afstandsschot verwijderd van het korfbalveld van Fortis, gaat het over de vakantie en worden grappen gemaakt over vakantiekilo’s. En de hele hoge prijzen die je in het buitenland moet betalen voor een biertje. Als dat allemaal is besproken wordt met Fortis-speaker Elias de balans opgemaakt van drie, turbulente, interessante jaren.
Hoe begon het?
Peter:”De groep noemde mijn naam als opvolger voor Marco en Chaïm. Toen heb ik Hans gevraagd.”
Hans: “Daar moest ik over nadenken. Ik had namelijk altijd individueel training gegeven. En als je dan ineens samen iets moet doen moet je daar wel even over nadenken. Daar hebben we meerdere gesprekken over gehad. Peter had die duo-ervaring wel.”
Hadden jullie ook een klik of is die ontstaan?
Hans: “Die hebben we altijd wel gehad. Ik heb ooit, lang geleden, training van Peter gehad.
En wat was het doel dat jullie toen wilden bereiken?
Peter:”De groep had de wens om richting de Overgangsklasse te gaan. Wij zagen daar wel wat in. We hadden toen een groep met veel overkomende talentvolle junioren.”
Hans: “En de groep wilde dit uiteindelijk bereiken met een bepaald spel: dynamisch korfbal. Wij waren gewend om meer vanuit de korf centraal te spelen en ook dergelijke trainingen te geven. Dus altijd zorgen dat de korf bezet is zodat je rebound (balbezit) hebt. En pas een doelpoging ondernemen als er afvang is.
Dynamisch korfbal is, kort gezegd, schieten als je een kans hebt en de andere spelers zorgen maar dat er afvang is.
Peter:”Zo kun je het benaderen. Maar als je tien trainers spreekt leggen die andere accenten en krijg je een heel andere zienswijze.”
Maar het dynamisch korfbal was dus niet vanaf het begin de insteek?
Hans:”We wilden het doen zoals we hadden bedacht. We stonden op zich wel open voor dynamisch korfbal. Maar je zag wel dat er in bepaalde wedstrijden punten zijn blijven liggen. Ook omdat je de spelers er voor moet hebben. De huidige jeugdspelers krijgen dat dynamische met de paplepel ingegoten, ze kunnen alles. Wij hadden spelers waarvan de één goed was in rebounden. En de ander was heel goed in verdedigen.”
Peter:”Toen we zijn overgeschakeld naar het dynamisch korfbal liep het seizoen al. Dus je spreekt spelers aan op de eerste manier van korfbal, en vervolgens ga je op verzoek van de groep, lopende het seizoen, over op iets totaal anders. Op dat moment gingen ook Hans en ik pioneren. Want wij waren daar niet voor opgeleid. Wij hebben de ploeg ook zeker niet optimaal begeleid in die fase. Daar hadden we ook gewoon last van.”
Wanneer is die aanpassing doorgevoerd?
Peter:”Na driekwart jaar zijn we echt geswitcht. En dat was ook wel een goed moment want toen stonden we op het veld vrij hoog. Om het dan in te voeren kun je het veroorloven om punten te verspelen. Dat gaat je niet fataal worden. Uiteindelijk doe je het voor de ploeg, die moet er plezier in hebben.
Maar waarom kwam die vraag vanuit de groep pas na driekwart jaar?
Hans:”Het werd vanuit de club gepredikt. Spelers geven ook zelf dynamisch training en die komen bij hun eigen team waar dat niet wordt gespeeld.”
Peter:”En ook het geloof in de filosofie dat dat het korfbal van de toekomst is. Je ziet dat het landelijk ook zo gaat.”
Is er spijt van die overstap op dynamisch korfbal?
Hans:”Nee. Ik vond het voor mezelf interessant en uitdagend om te doen.”
Peter:”Ik ben kritisch. In de top van het Nederlandse korfbal zie je coaches heel dynamisch beginnen. Denk aan Team NL en Top Sassenheim tegen PKC. Maar als het om de knikkers gaat werken ze allemaal met hun vaste, sterkste rebounder. En dat hebben Hans en ik als ons accent in het dynamisch korfbal gebracht. Dat we veel meer dan andere trainers de rebound belangrijk bleven vinden.”
Vinden jullie dat nog steeds?
In koor: Ja!
Hans:”Kijk, op het moment dat je heel zuiver schiet en elke bal vliegt erin heeft iedereen vertrouwen. Maar op het moment dat je een paar keer hebt geschoten en je bent de bal kwijt omdat je die rebound niet hebt verzorgd dan kijk je de volgende keer eerst wel even. Daarom zeiden wij: er moet altijd iemand onderweg zijn of iemand staan. En dat zag je ook, dat bracht vertrouwen.”
Peter:”Als jij weet dat als je mist er een grote kans is op een rebound dan schiet je makkelijker. Dan heb je minder zorgen en dan schiet je veel zuiverder. Als je minder lekker speelt mis je vaker. En als het allemaal makkelijker loopt mis je minder.”
Hans:”Het mooiste was natuurlijk geweest als we gelijk met dynamisch korfbal waren begonnen. Bij aanvang hadden we een ploeg, een fantastische groep 1 en 2. We hadden ook een hele brede selectie. Het tweede jaar waren we spelers kwijt.”
Het zijn de wrange feiten. Fortis zat in het tweede jaar goed op koers richting de Overgangsklasse.
Peter:”We stonden een wedstrijd of vijf twee competitiepunten achter op VEO uit Voorburg. En die dag moesten we tegen Tjoba. Toen verloren we de zoveelste speler: Yasmin. Zij brak haar pols. We waren eerder Kim al kwijt door een afschuwelijke knieblessure en Juul was door haar enkel gegaan. Later brak Naomi haar neus, Maurice kreeg een vuurwerkongeluk en er speelden nog meer zaken. In die wedstrijd tegen Tjoba stonden we nog bovenaan, maar daarna kakte het helemaal in. En we moesten nog knokken tegen lijfsbehoud. We hebben best wel personele pech gehad. Simpel.”
Peter gaat verder:”Voor de goede orde: wij zijn best tevreden over waar wij nu staan. Ik denk dat er een goede basis is om op voort te borduren. En het enige waar ik me zorgen over maak is dat het een smalle basis is. Dat is iets wat ik zie en dat baart me wel zorgen als clubman.”
Hans:”Wat mij wel is tegengevallen is dat de uitgesproken ambitie van de ploeg toch niet altijd in het veld tot uiting kwam. En ook buiten het veld.”
Waar zit dat hem in?
Hans:”Dan heb ik het over trainingsarbeid, zorgen dat je op vrijdagavond op tijd naar bed gaat, dat soort dingen. Ik denk dat die drive ontbrak waardoor we de ambitie niet hebben bereikt. En als ik dat vergelijk met hoe ik zelf was in het verleden: vroeger had je alleen korfbal en daar leefde je voor. En ik merk wel dat gaandeweg de jaren dit toch wel is veranderd.”
Een generatiedingetje?
Hans:”Ja, vind ik wel. En wil je hogerop gaan moet je het geluk hebben dat je een groep hebt die bij elkaar zit qua niveau en die er ook alles voor over heeft. En dan kun je die stap maken.”
Maar wat je beschrijft geldt toch maar voor een deel van de groep?
Hans:”Ja, tuurlijk er zijn ook spelers die er alles voor over hebben.”
Peter:”Die gedrevenheid moet van bovenaf in de club beginnen. En die moet naar de hele club uitstralen. Spelers van het eerste en tweede hebben kennis en inzicht die ze als trainer kunnen overbrengen. Met zo’n paraplufunctie kun je hoog komen.”
Bij terugblikken hoort ook de volgende vraag: Wat was een hoogtepunt?
Hans:”De trainingskampen. En zijn er meerdere hoogtepunten, maar dat waren altijd wel twee hele leuke dagen.”
Peter:”Ook de trainingskampen. Maar een hoogtepunt was ook de eerste keer dat Maurice weer op de training stond (bij de jaarwisseling ontplofte vuurwerk in het gezicht van Maurice. Hij raakte ernstig gewond maar kon gelukkig naar verloop van tijd weer meedoen, red). En dat andere spelers die al lang geblesseerd waren weer konden gaan korfballen. Ik zoek het ook wel een beetje in het persoonlijke. Als je het hebt over het sportieve…”
Hans vult aan:”De oefenwedstrijd tegen Ondo in de zaal. Bij het Korfbalspektakel.”
Die wedstrijd in Middelburg was geweldig om naar te kijken. Daarin ging alles goed.
Hans:”Qua korfbalniveau een hoogtepunt. Ik vond ook die uitwedstrijd in het tweede seizoen tegen Ondo in de zaal mooi.”
Peter:”De laatste veldwedstrijd in juli van dit jaar tegen Juliana in Oud-Gastel vond ik gezien het belang fenomenaal. Juliana had op het veld eigenlijk maar één wedstrijd verloren tegen de latere kampioen Ondo. We waren angstig of het wel goed zou aflopen. Het was gewoon een formidabele wedstrijd met acht geweldige korfballers in het veld.”
Een mooi einde van een periode?
Peter:”Ja, ook wat er dan van je afvalt.”
Wat was een dieptepunt?
Allebei: “De situatie rond Maurice.”
Peter:”Het was emotioneel. Ik vond het ingrijpend, bij het ongeluk waren ook andere spelers aanwezig.”
En dieptepunt op sportief gebied?
Peter denkt na:”Bij de uitwedstrijd tegen Maassluis ging de scheidsrechter huilend naar de kleedkamer. En de uitwedstrijd op het veld tegen KCR. We lieten elkaar als groep volledig zitten, ik ben zelden zo ziek geweest van een wedstrijd. Op dat moment was ik er klaar mee.”
Hans:”Het verlies tegen Ondo vind ik altijd een sportief dieptepunt. Ik was daar vier jaar trainer.”
Peter:”De laatste keer op het veld was Ondo erg goed.”
Wie heeft besloten dat jullie gingen stoppen?
Peter:”Allebei.”
En waarom?
Hans:”We hebben drie seizoenen gedaan. En dan heb je voor je gevoel alles uit de groep gehaald. Wij vonden het tijd voor een nieuw iemand. En daarnaast heb je ook persoonlijke drijfveren, zoals mijn geplande verhuizing.”
Peter:”En bij mij speelden twee redenen. Veranderingen op mijn werk, maar vooral vind ik dat Tim en Naomi (de kinderen van Peter, red) korfballend op eigen benen moeten staan.”
De toekomst: wat hopen jullie dat Fortis gaat bereiken de komende jaren?
Hans:”Dat het spel dat wij hebben bedacht verder wordt uitgebouwd. Het dynamische aan de buitenkant en de korf daarin centraal. Een speler moet alles kunnen, hopelijk kan de nieuwe trainersstaf spelers daarin verder helpen.”
Peter:”Wij hebben heel veel gehad aan bepaalde mensen binnen Fortis. Ik noem er een paar: Wesley Pieters steunde voor core-stability en teambegeleider Harry Buijs is een topvent. Maar ook met Marcel Marinusse (coach Fortis 2) kun je hartstikke goed werken. De mensen van de TC en Hans van der Linden voor de verzameling van data. En meer mensen. Ik hoop dat bij Fortis de talentvolle jeugd bij de A1 en B1 op een goede manier wordt begeleid. Door ze goed naar de senioren te brengen.
En welk doel voor de komende jaren op sportief niveau?
Peter:”Daar gaat het mij niet om. Eerst de voorwaarden om te kunnen presteren, dan komt de rest vanzelf.”
Hans:”Dan komt ook de drive om er altijd te zijn en er alles voor te laten.”
Peter:”Ik denk dat ze met Arco een goede trainer hebben.”
Blijven jullie nog actief binnen Fortis?
Hans:”Ja, ik help nog steeds mee met de inzameling van oud-papier en ben betrokken bij de oliebollencommissie.”
Peter:”Als mensen advies willen ben ik daarvoor altijd aanspreekbaar. Verder zie ik het wel.”